Terwijl Lissabon de meeste aandacht krijgt, ligt in de regio rondom de Portugese hoofdstad een onontdekt stukje Portugal te wachten. Setúbal en Sesimbra bijvoorbeeld, hidden gems aan de zuidkant van rivier de Taag. Maar er is meer!

Het zwaard en een deel van de kop van de zwaardvis staat als een trofee op de kraam van visverkoper Carlo. Hij staat voorovergebogen een sardine  en een vliegvis te fileren en legt hem daarna zorgvuldig bij de rest van zijn handel. Op de overdekte markt van Setúbal valt meteen op hoe schoon en overzichtelijk het hier is. Tussen de met Portugese tegels beklede muren wordt kwaliteit geleverd: naast locals komt menig chef uit het naburige Lissabon hier om verse vis in te kopen. Vis die kort daarvoor nog in de Atlantische Oceaan zwom.

Feest voor de zintuigen

Het is niet alleen vis dat je ruikt op de Mercado de Setúbal. De zintuigen worden geprikkeld met verse kruiden, kleurrijke groenten en fruit, geurige bloemen, subtiele kaasjes en versgebakken brood. Locals doen er hun boodschappen, daarbij in de gaten gehouden door vier enorme beelden van marktkooplui die de diversiteit verbeelden: een slager, een visser, een groentevrouw en een bloemenverkoopster. Een plaatje van een markt, waar je de authentieke sfeer van deze stad proeft. En met prijzen waar je in Nederland alleen maar van kunt dromen. Met een paar houdbare streekproducten verlaten we het oranjerode gebouw aan de Rua Oriental do Mercado en wandelen door het charmante stadje aan de Sado. Als we over de monding van de rivier rijden, spotten we beweging in het water, daar waar rivier over gaat in oceaan. Het is een familie dolfijnen, tweeëntwintig zijn er bij de laatste telling genoteerd.

Parels aan de zuidkant van de Taag

We rijden verder naar de volgende ‘hidden gem’ aan de zuidoever van de Taag: Sesimbra. Een route door het bergachtige natuurpark Arribada, via een slingerende kustweg. Een route ook die je dwingt rustig aan te doen. Niet omdat het gevaarlijk is, maar vanwege de schoonheid van de omgeving en de fraaie uitzichten op kust, verborgen strandjes en oceaan. Als je uitstapt bij Praia dos Galaphinsos en de moeite neemt naar beneden te klauteren, beland je op het strand dat in 2017 is uitgeroepen tot mooiste van Europa.

Sesimbra ligt aan de Atlantische Oceaan en is voorzien van een boulevard, palmbomen, stranden en een lekkere branding. Niet zo verwonderlijk dat Portugezen hier graag met hun gezin voor een weekendje naar toe gaan. In het stadje zie je de oude mannetjes onder een boom domino spelen, slapen of van het uitzicht op zee genieten. Een rondje door het dorp levert prachtige foto’s van de streetart die hier her en der te vinden is. En die oude mannetjes: als je het vriendelijk vraagt, lachen ze hun tandeloze mond bloot voor een foto.

De rijke noordkant van de Taag

Ten noorden van de Taag ligt het wat rijkere deel van de regio Lissabon. Hier woonden in het verleden koningen, werden kastelen en quinta’s gebouwd. Nog steeds is de adel, in elk geval de meer gefortuneerde Portugees hier vertegenwoordigd. Op verschillende quinta’s kun je tegenwoordig overnachten, trouwen of van een goed glas Portugese wijn genieten, zoals Quinta de Sant ‘Ana in Gradil, dat tussen zijn eigen wijngaarden ligt waar dertien verschillende druivensoorten worden verbouwd. De ligging vlak bij zee, de koele ochtendmist en droge middagen zijn vergelijkbaar met de kust van Californië en vormen de ideale omstandigheden voor langzaam rijpende druiven.

Cascais: het Portugese Wassenaar

Rijkdom zie je ook in Cascais, een mondaine kustplaats, een soort Wassenaar van Lissabon. Hier liggen bootjes rustig te dobberen in de baai en flaneren bezoekers over het zwartwitte plaveisel van de stad. Of ze brengen een bezoek aan het casino of het hotel waar Ian Fleming inspiratie vond voor het karakter van James Bond. Portugal was ten tijde van de oorlog neutraal en Cascais werd daardoor al snel een ‘safe haven’ voor vluchtende joden én spionnen. Tegenwoordig is Cascais vooral voor toeristen interessant en is daardoor ook een stuk toeristischer dan andere kustplaatsen, zo is af te gaan op de vele souvenirszaken die hier te vinden zijn.

Westpunt van Europa

We reizen vanaf Cascais via de kust verder naar het noorden. Als je door het duinlandschap aan komt rijden, zie je de touringcarbussen al staan: dit is een toeristische hotspot. Reden: dit Cabo da Roca, het meest westelijke puntje van continentaal Europa. Je loopt hier tussen allerlei nationaliteiten. Ook Portugezen komen hier graag van het fenomenale uitzicht op de kaap en de oceaan genieten. Iets verder naar het noorden is het minder toeristisch, maar niet minder indrukwekkend.

Azenhas do Mar, oftewel watermolen, is een dorpje dat op de kliffen is gebouwd. Wandel via een pad naar beneden, waar het waterrad zijn werk doet. Je voelt en ziet dan meteen hoe onstuimig de zee hier is. Grote golven en een stevige branding die op de ruige kust met rotsen klapt. Het is ook mogelijk dit natuurgeweld droog te aanschouwen: dan boek je een tafel in het restaurant dat in de rotsen is gebouwd. In dit deel van Portugal zijn niet alleen rotskusten, er zijn ook zandstranden. De zee geeft hier veel aan natuur-, surf-, zon- en zeeliefhebbers. Maar het is ook de zee waar marktkoopman Carlo uit Setúbal zijn handel vandaan haalt.

VIDEO Zo ziet de kust in de buurt van Lissabon eruit.

Lissabon

Natuurlijk, als je in de buurt van Lissabon bent, mag een bezoek aan de hoofdstad van Portugal niet ontbreken. Een wandeling door ‘Lisboa’ is al inspirerend genoeg. Ken je deze ’things to do’ al?